Druktechnieken

In deze korte lessenreeks leren kinderen drie verschillende druktechnieken te gebruiken. We gaan aan de slag met de technieken linosnede, droge naald en monotype. Met linosnede gaan leerlingen met een guts, dat is een mesje in V-vorm, een afbeelding uit een stuk linoleum snijden. Op het linoleum wordt inkt gerold en daarvan wordt een afdruk gemaakt. 

De droge naald techniek heeft veel weg van etsen, maar hierbij worden geen chemische middelen gebruikt. Met een naald gaan leerlingen in een plaat krassen en op de afdruk van de plaat komen de gekraste lijnen mooi naar boven.

Monotype is een abstracte manier van drukken waarbij verf, inkt en o.a. papiersnippers worden gebruikt. In tegenstelling tot linosnede en droge naald, kan van een monotype maar één afdruk worden gemaakt. Elk kunstwerk dat hieruit komt is dus uniek.

Het leuke aan alle drie de druktechnieken is dat het resultaat altijd een verrassing zal zijn!